Van de predikant
Voor alle aankondigingen op deze pagina geldt uiteraard Deo Volente, zo God het wil.
« 1 2 3 4 5 ... 32 » |
Op deze zondag zouden we voorbereiding hebben op het Heilig Avondmaal. Gelet op de coronavirus en ook gelet op de aanbevelingen van overheidswege heeft de kerkenraad besloten dit niet door te laten gaan. Er zal dus dv 15 maart 2020 geen Avondmaal worden gehouden. Een roepstem die ons bepaald bij de nood der tijd.
We gaan verder met het overdenken van het lijdensevangelie. We weten dat het lijden, sterven en opstading van de Heere Jezus de kern is van de leer der verlossing. Door Zijn Godheid kon Christus het lijden volbrengen en weer opstaan. Door Zijn mensheid was Hij bekwaam om te kunnen lijden. Laten we het Evangelie van de gekruisigde Christus altijd voor ogen houden.
We staan deze zondag stil bij Jesaja 53. Jesaja wordt wel de Evangelist van het Oude Testament genoemd. Wat heeft hij diep mogen zien in het borgwerk van Christus. Het is als het ware of hij erbij heeft gestaan. Vooral in Jesaja 53 komt dit naar voren.
Jesaja 53 gaat over de Knecht des Heeren. Er is soms onduidelijkheid over wie die Knecht precies is. Vanuit het Nieuwe Testament weten we zeker dat hiermee de Heere Jezus wordt bedoeld. Ook de tekst zelf geeft daar alle aanleiding tot. Immers door Zijn hand zal het welbehagen voortgaan. Hij zal ook zeer verhoogd worden. Allemaal zaken die in het leven van de Heere Jezus volledig vervuld zijn. Maar het Nieuwe Testament geeft heel duidelijk aan dat de Knecht de Heere Jezus is. We kunnen dat lezen in Hand. 8 vers 35 waar Filippus erop wijst dat met de Knecht des Heeren de Heere Jezus wordt bedoeld.
De lijdensweg van de Heere Jezus wordt in Jesaja 53 uitvoerig beschreven. We weten dat de Heere tot zonde is gemaakt (2 Kor. 5:21). Hij droeg de last der zonde weg. Laten we niet vergeten dat God de zonde wil vergeven als daar voor betaald wordt. De Heere Jezus heeft in plaats van Zijn kinderen betaald. Alle zonden heeft Hij op Zich genomen en ervoor betaald. Zonde is dus geen geringe zaak. Er moet voor betaald worden. Laten we dat altijd bedenken.
De Heere is heel diep vernederd. Daar willen we deze zondag bij stilstaan. We gaan letten op Jesaja 53 vers 3. We lezen daar het volgende:
Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.
Deze tekst is een profetie over de lijdende Messias. We letten op twee punten.
a. de vernedering van de Messias.
b. de verachting van de Messias.
Liturgie
10:1/22:1,2,3/35:6/38:22
Jes. 53 vers 3
In deze dienst zal het sacrament van de Heilige Doop worden bediend. De doop is het sacrament van inlijving in de christelijke gemeente. Door doop het geboorte zijn we lid van de christelijke kerk. De doop is dus van grote betekenis. Het water van de doop wijst op het bloed van Christus. Dit bloed neemt de zonde weg. Christus heeft met Zijn leven betaald voor de zonde. Daarom kan God, op grond van het werk van Christus, zonden vergeven. Christus is de enige Verlosser van verloren mensen.
We willen in deze dienst ook aansluiten bij de doop. We gaan stilstaan bij Mattheus 21:15-16. We lezen daar het volgende:
15 Als nu de overpriesters en schriftgeleerden zagen de wonderheden die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk,
16 En zeiden tot Hem: Hoort Gij wel wat dezen zeggen? En Jezus zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen: Uit den mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof toebereid?
De mensen in Israël hebben Hosanna geroepen. Hosanna betekent letterlijk help toch, help nu. Het is een soort vreugde uitroep geworden over Gods daden. Een dag later roepen ook jonge kinderen dit over de Heere Jezus in de tempel. Tegen dit roepen komt veel verzet van de kant van de officiële godsdienst in Israël. De Heere echter heeft een bijbels antwoord op de kritiek.
We staan deze middag stil bij de lof des Heeren. Hosanna. We letten op:
a. de brengers van deze lof. Kinderen, jonge mensen, gelet op het grondwoord van zeg ongeveer 10 jaar oud.
b. het verzet tegen deze lof, we lezen over overpriesters en schriftgeleerden die het de jonge kinderen zeer kwalijk nemen dat ze hosanna roepen.
c. de goedkeuring van deze lof. De Heere Jezus verbiedt de kinderen zijn lof te verkondigen. Integendeel, Hij ziet daarin de vervulling van Gods Woord uit Psalm 8.
Liturgie
81:12/2:7/105:5,134:3/8:1,2,3,4/8:9
Matt 21:1-17 15-16
NGB art 22
Deze zondag is het begin van de zogenoemde lijdensweken. In de komende weken staan we stil bij het lijden en sterven van de Heere Jezus. De Heere Jezus moest lijden als betaling voor de zonde. Over Zijn lijden wordt veel in de Bijbel gezegd. We kunnen erover lezen in het Oude Testament, denk aan Jesaja 53 en Psalm 22. Ook in het Nieuwe Testament kunnen we er veel over lezen. Paulus wijst erop in zijn brieven. En in de Evangeliën kunnen we erover lezen.
Het lijden van de Heere Jezus is heel diep en veel geweest. De Heere moest de volle last van de toorn van God tegen de zonde dragen. God is rechtvaardig en daarom moet de zonde betaald en weggenomen worden. De Heere Jezus heeft de schuld van de zonde op Zichzelf genomen en weggedragen. En zo kan God, door Christus, weer gemeenschap hebben met zondige mensen. Ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, die wordt behouden. Ieder die Hem verwerpt die blijft in de greep van de dood, zonde en oordeel omdat hij daar graag in blijven wil.
We staan deze zondag stil bij één van de lijdensaankondigingen door de Heere Jezus. Keer op keer heeft de Heere aan de discipelen verteld dat Hij ging lijden en sterven. We staan stil bij Luk. 9:21-22. We lezen daar het volgende:
21 En Hij gebood hun scherpelijk en beval, dat zij dit niemand zeggen zouden;
22 Zeggende: De Zoon des mensen moet veel lijden, en verworpen worden van de ouderlingen en overpriesters en schriftgeleerden, en gedood, en ten derden dage opgewekt worden.
Het gaat over het lijden van de Zoon des mensen.
1. de verborgenheid van dit lijden, vers 21.
2. de inhoud van dit lijden, vers 22.
3. de opdracht bij dit lijden, vers 23 en verder.
Liturgie
109:2/118:11,13/119:30/130:4
Luk. 9:18-36
We gaan verder met de behandeling van de catechismus. We weten dat de Bijbelse leer in de catechismus aan de orde komt. Het is heel belangrijk om de boodschap van de Bijbel te kennen. Onkunde in meestal het begin van ketterij.
We staan deze dienst stil bij zondag 11. Het gaat in deze zondag om de Naam of de Persoon van de Heere Jezus. We letten op drie punten.
a. een gegeven Naam, Persoon.
b. de enige Naam, Persoon.
c. de volkomen Naam, Persoon.
Het gaat in de Schrift om de Persoon van de Middelaar. Alleen door Hem kunnen we voor Gods bestaan. Geve de Heere dat we daarvan een geheiligde wetenschap in onszelf mogen omdragen.
Liturgie
72:1/2:7/73:13,14/71:10,11/69:14
Matt. 17:1-17
NGB art 21
ZD 11
We gaan in deze dienst verder in 1 Thess. 5. In het slot wenst Paulus de gemeente een zegen en hielbede. Het slot van dit gedeelte is vers 23-28. We lezen daar het volgende:
23 En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest en ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.
24 Hij Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.
25 Broeders, bidt voor ons.
26 Groet al de broeders met een heiligen kus.
27 Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde.
28 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
We richten onze aandacht vooral op het slot van dit hoofdstuk. Het gaat om een heilbede aan het begin van het nieuwe jaar. We letten op drie gedachten:
a. de inhoud van de heilbede.
b. de reikwijdte van de heilbede.
c. de zekerheid van de heilbede.
Liturgie
76:1/75:1,4,6/78:3/79:7
1 Thess. 5:12-28
NGB art 27
Het is de laatste dienst van het kalenderjaar. Wij gebruiken de gregoriaanse kalenderindeling, die eigenlijk weer uit de romeinse tijd komt. Hoe dit ook zij, het is goed om af en toe eens terug te kijken. We zien dan diepte en hoogtepunten. Het is een droevige slag als we geliefden moeten missen. Het is een hoogtepunt als een kindje wordt geboren of we tot een goed huwelijk mogen komen. Het grootste zou zijn als het, het jaar van het welbehagen des Heeren zou mogen zijn geweest.
We staan deze avond stil bij 1 Thess. 5:8-9. We lezen daar, inclusief de kanttekeningen het volgende.
8 Maar wij 17die des dags zijn, laat ons nuchter zijn, iaangedaan hebbende 18het borstwapen des geloofs en der liefde, en 19tot een helm de hoop der zaligheid.
17 Dat is, die kinderen des lichts zijn, gelijk hij vers 5 gesproken heeft.
i Jes. 59:17. Ef. 6:14, enz.
18 Dat is, voorzien zijnde met het geloof en de liefde, als met een borstwapen tegen de aanvallen des satans. Zie 1 Petr. 5:8, 9.
19 Dat is, als een helm. Zie van deze gehele geestelijke wapenrusting eens Christens Ef. 6:11, enz.
9 Want God heeft ons niet 20gesteld 21tot toorn, maar tot 22verkrijging der zaligheid door onzen Heere Jezus Christus,
20 Dat is, geordineerd, of: geschikt, gelijk 1 Petr. 2:8.
21 Dat is, om te zijn vaten des toorns, of: om een rechtvaardige straf en verderf over ons te brengen. Zie Rom. 9:22.
22 Het Griekse woord betekent eigenlijk: veel doen omtrent een zaak om die te verkrijgen, gelijk Hand. 20:28. 1 Petr. 2:9. Hoewel dan God ons ter zaligheid heeft uitverkoren, en Christus ons die heeft verworven, zo moeten wij evenwel zorgvuldig zijn om de middelen te gebruiken, waardoor ons God ter zaligheid brengt. Zie Ef. 2:10. Filipp. 2:12.
Het gaat in deze tekst over een aansporing tot waakzaamheid. We letten op twee punten:
a. de noodzaak van waakzaamheid, vers 8
b. de reden voor waakzaamheid, vers 9
Liturgie
39:3,5/102:14,15,16/108:7/106:26
1 Thess. 5:1-11
NGB art 37
In de morgendienst hoop ik voor te gaan in de gemeente van Utrecht. Ds. W. Harinck hoopt dat in Amersfoort voor te gaan. Onze broeder hoopt te preken over 2 Kor. 8:9, een tekst die gaat over de armoede van Christus opdat wij daardoor rijk zouden worden. Een belangrijke wetenschap. Zelf hoop ik in Utrecht te preken over Joh. 3:16
In de middagdienst gaan we verder met de behandeling van de catechismus. We zullen stilstaan bij zondag 5. Deze zondag is de eerste zondag die gaat over de verlossing van verloren mensen. De catechismus wijst erop dat aan Gods gerechtigheid moet worden voldaan. We kunnen alleen voor God bestaan als we een gerechtigheid bezitten die beantwoord aan Gods doel. Gerechtigheid betekent dat God alles wat recht is handhaaft. Daarom moet de zonde ook bestraft worden en daarom blijft God eisen dat aan Zijn goede wet wordt gehoorzaamd. Stel u eens voor dat God niet zou vasthouden aan die eisen. We zouden een wereld krijgen waar de chaos heerst. God echter wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede. De leer der verlossing vertelt ons hoe er aan Gods gerechtigheid is voldaan en hoe wij, zondige mensen, daar deel aan krijgen. Er is voldaan in het heilswerk van Christus en wij krijgen daar deel aan door het ware geloof.
We staan in de middagdienst stil bij onze verzoening met God. We letten dan op drie gedachten:
a. dat het nodig is dat voor ons betaald wordt.
b. dat het onmogelijk is dat wij zelf betalen.
c. dat God voor ons een weg heeft uitgedacht waardoor er betaald kan worden.
Geve de Heere dat we deze dingen ook mogen verstaan. Laten we vooral de brief aan de Romeinen lezen om overtuigt te raken van de waarheid van deze zaken.
Liturgie.
89:7/2:7/85:3,4/71:1,11/111:2
Rom. 3:21-31
Zondag 5
NGB art. 12
We staan in deze dienst weer stil bij het grote wonder van het kerstgebeuren. Het Woord is vlees geworden, zo leert ons de Bijbel en dat is de kern van kerstfeest. Het gaat in dit feest om de vernedering van de Middelaar. Hij komt naar de aarde en neemt de door de zonde ontluisterde menselijke natuur aan. De Heere Jezus is de broederen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Wat een diepe weg opent zich in het Kerstevangelie. Laten we dat in deze dagen maar stil overdenken. Alzo lief heeft God de wereld gehad.
We staan, zoals gebruikelijk, eerst maar stil bij de kerstboodschap. Elk jaar opnieuw is het goed om die boodschap te overdenken. We lezen daarover heel duidelijk in Lukas 2:6-7. Daar vinden we in de Schrift het volgende:
6 En het geschiedde als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou.
7 En zij dbaarde haar 10eerstgeboren Zoon en wond Hem in 11doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
d Matth. 1:25.
10 Zie hiervan Matth. 1:25.
11 Gr. windelen.
We lezen sober en eenvoudig de geboorte van de Heere Jezus. Het is opvallend dat Lukas, die schreef voor heidenen, zo uitvoerig op de geboorte en wat daaraan vooraf ging, heeft geschreven. Dit hangt samen met de bedoeling van Lukas. De heidenen hadden bijvoorbeeld ook allerlei verhalen over de ontvangenis en geboorte van koningen en keizers. Lukas wil als het ware aan zijn lezers goed duidelijk maken hoe de Heere Jezus op de aarde is gekomen. En dat Hij waarlijk de Messias was. We gaan in de dienst stilstaan bij de geboorte van de Heere Jezus. We letten op drie gedachten.
a. de tijd van Zijn geboorte
b. de inhoud en betekenis van Zijn geboorte.
c. de omstandigheden bij Zijn geboorte. Er was voor hen geen plaats.
Liturgie.
98:2/48:6/LvM: 4,5,6/145:2/LvM 7
Luk. 2:1-21
Belijdenis van Nicéa
In de middagdienst gaan we gewoon verder met de geschiedenis van de geboorte. Na de geboorte is het ook nodig dat de geboorte wordt bekend gemaakt. De aankondiging van de geboorte vinden we in Luk. 2:8-12. Dit gedeelte gaat over de aankondiging van de geboorte. We denken dan na over drie gedachten:
a. de boodschapper van het geboortebericht
b. de inhoud van het geboortebericht
c. het teken bij het geboortebericht.
Geve de Heere ons goede en gezegende dagen.
Liturgie.
119:45/118:7,8/132:7,8/135:12
Luk. 2:8-38
NGB art 18
(319 items) | « 1 2 3 4 5 ... 32 » |