Van de predikant
Voor alle aankondigingen op deze pagina geldt uiteraard Deo Volente, zo God het wil.
We zijn toegekomen aan zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus. Deze zondag gaat over de voorzienigheid van God. We belijden in artikel één van de 12 artikelen dat wij geloven in God de Vader. We hebben de vorige keer gezien dat dit betekent dat de gelovige mag weten dat God, om Christus’ wil, zijn God en zijn Vader is. In zondag negen werd ook al even gewezen op de schepping en de voorzienigheid van God. In zondag 10 wordt verder ingegaan op Gods zorg en op Zijn voorzienigheid in deze wereld.
De voorzienigheid van God is heel belangrijk. We spreken daarom ook wel van de verschillende daden van Gods voorzienigheid. Er zijn een drietal daden van Gods voorzienigheid:
1. De onderhouding.
2. De medewerking.
3. De regering.
We hopen in de middagdienst bij de troost en de betekenis van de voorzienigheid van God stil te staan.
Op dv dinsdag 31 oktober herdenken we dat 500 jaar geleden de Reformatie is begonnen. De Heere heeft Luther gebruikt om het Evangelie van Gods genade weer helder te laten klinken in kerk en samenleving. In de kerk van de middeleeuwen was langzamerhand het Evangelie vrijwel geheel verdwenen. Daarvoor in de plaats was een kerk gekomen met allerlei tradities, aflaten, missen, pausen en wat niet al. Luther heeft opgeroepen om de kerk te hervormen. Helaas hadden de roomse pausen daar geen oren naar. En zo is de Reformatie ontstaan.
De Reformatie en de Bijbel heeft ook diepe sporen getrokken in het leven van Luther. Ergens in 1515 of 1516 kwam hij tot een bijzondere ontdekking. Luther worstelde enorm over de ontmoeting met God en de straf van God over de zonde. Luther heeft geprobeerd om Gods toorn door middel van werken, aflaten, missen en allerlei andere dingen af te wenden. Het is hem niet gelukt en zijn wanhoop werd steeds groter. En in die geestelijke nood heeft hij “ontdekt” dat de Schrift zo heel anders spreek dan de kerk van die dagen deed. Vanuit Rom. 1:16-17 mocht Luther leren dat de rechtvaardige door het geloof zal leven. En dat Gods reddende gerechtigheid het enige middel is waardoor wij voor God kunnen bestaan. En dat die gerechtigheid ons eigendom wordt door het ware geloof. Toen dit voor Luther openging was het alsof hij het paradijs binnen trad. Een diepe vreugde en vrede daalde in zijn ziel. En daarvan heeft hij in heel zijn verdere leven getuigd.
Graag willen we daarom zondagmorgen stilstaan bij de bekende tekst in het leven van Luther. We lezen in Rom. 1:16-17: "Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en [ook] den Griek. Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven." (Rom. 1:16-17). Deze tekst gaat over het Evangelie van Christus. We gaan dan bij twee gedachten stilstaan:
1. Wat dat Evangelie is: een kracht Gods tot zaligheid.
2. Waarvan dat Evangelie getuigt: de rechtvaardigheid Gods.
Paulus schaamt zich niet voor het Evangelie. Het is hem een diepe vreugde dat hij de boodschap van de gekruisigde Christus mag brengen. Door die boodschap worden zondaren gered. Ieder die deze boodschap oprecht gelooft wordt zeker behouden. Ieder die deze boodschap verwerpt, daar op blijft de toorn van God. We hopen iets te mogen zeggen van de grote betekenis en de diepere rijkdom die er ligt in het Evangelie van Jezus Christus. Werkelijk, zonder dat Evangelie zijn we straat en straatarm. Zonder dit Evangelie wacht ons de eeuwige en zekere dood. Laat dat toch doordringen in ons hele leven. Laten we daar toch niet gemakkelijk aan voorbij gaan. Het leven is zo diep, diep ernstig. Zonder Christus kunnen we God niet ontmoeten. De wet stelt ons schuldig voor God. We liggen onder het eeuwige oordeel. Ieder die door Gods Geest wordt aangeraakt zal dat bekennen en beleven. Dat hebben we geen grote mond meer. Dan gaan we vaak zwijgend en onszelf onderzoekend over de aarde. Hoe moet het toch verder met onze verloren ziel. Dat is dan de levende praktijk van ons leven. Helaas wat zijn er weinigen die hiervan weten in hun ziel. Wat zijn we vaak gerust en denken we dat we de tijd nog wel hebben. Het heeft geen haast lijken helaas velen te denken. Maar de Schrift zegt: haast u en spoed u om uws levenswil….
Maar was is de rijkdom en de heerlijkheid van het Evangelie dan ook groot en diep. Er is een Christus Die volkomen zalig maakt. Er is een Zaligmaker die volkomen voldoening heeft gegeven aan Gods recht. Er is een Heiland Die het verlorene zoekt. Er is een volkomen gewillige Zaligmaker voor ellendige zondaren. Kom, laten we toch eens wat meer krediet hebben op Deze gezonden en gekomen Zaligmaker. We lezen in de Schrift: "Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was." (Luk. 19:10)
We gaan deze middag weer verder met de behandeling van de catechismus. We zijn toegekomen aan zondag negen. In zondag 9 en zondag 10 gaat het over het eerste artikel van onze geloofsbelijdenis. In dit artikel belijden we te geloven in God de Vader de almachtige schepper van de hemel en van de aarde. In zondag negen wordt ingegaan op het feit dat God de Vader is van Zijn kerk.
We staan dus deze middag stil bij het geloof in God de Vader. We letten daarbij in de eerste plaats op de inhoud van deze belijdenis. We letten in de tweede plaats op de betekenis van deze belijdenis. En we letten in de derde plaats op de troost van deze belijdenis.
Vorige week hebben we stilgestaan bij Romeinen 6. We hebben gehoord dat het loon op de zonde de dood is. Ook hebben we gehoord dat de genadegave van God het eeuwige leven is. De gave van Gods genade komt tot zondige mensen “door Jezus Christus onze Heere”. We staan ook deze zondag weer opnieuw stil bij de brief aan de Romeinen. Deze brief is ongetwijfeld het belangrijkste boek van de Bijbel. De Statenvertalers noemen deze brief een sleutel tot het verstaan van de gehele heilige Schrift.
We willen deze keer stilstaan bij Romeinen 8 vers 29. Daar lezen we het volgende: "Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen." (Rom. 8:29). Deze tekst gaat over het gelijkvormig worden aan de Zoon van God. De tekst staat verband met de troost voor de kerk op deze aarde. In het voorafgaande heeft Paulus gewezen op het zuchten van de schepping (19-22), het zuchten van de gelovigen (23-25) en het zuchten van de Heilige Geest (26-27). Dit zuchten heeft als oorzaak het lijden in deze tegenwoordige tijd. Het aardse leven wordt door Paulus gezien als een lijdensweg. Het lijden is echter niet te waarderen tegen de heerlijkheid die aan ons zal worden geopenbaard (vers 18). Paulus maakt als ware een afweging. Aan de ene kant is het lijden in deze tegenwoordige tijd en aan de andere kant is er de heerlijkheid die aan de gelovigen zal worden geopenbaard. Het blijkt dat we de heerlijkheid die komt eindeloos veel zwaarder moeten laten wegen dan het lijden om Christus’ wil in deze tegenwoordige tijd.
Vervolgens wijst Paulus erop dat in dit leven, voor degenen die God liefhebben, alle dingen zullen medewerken ten goede. Daarna wijst Paulus er dan op dat de gelovigen aan het beeld van de Zoon van God gelijkvormig worden gemaakt. Het gaat dus in deze tekst om het gelijkvormig gemaakt worden aan het beeld van de Zoon van God. Paulus bedoelt dan dat elke ware christen de voetstappen van Christus zal drukken. Paulus wijst erop een andere plaats op dat het leven van de Heere Jezus gestalte krijgt in de gelovigen. In onze tekst vinden we vervolgens een drietal gedachten:
1. De bron van deze gelijkvormigheid. Paulus wijst er op dat de gelovigen te voren ge kend zijn.
2. De kern van de gelijkvormigheid. Paulus wijst erop dat de gelovigen aan het beeld van de Zoon van God gelijkvormig worden gemaakt.
3. Het doel van de gelijkvormigheid. Paulus wijst erop dat Christus de Eerstgeborene is onder vele broederen.
In de middagdienst behandelen we de Heidelbergse Catechismus. De vorige keer hebben we stilgestaan bij het ware geloof. Er is een zeer groot en fundamenteel verschil tussen het historisch geloof en het zaligmakend geloof. Het historisch geloof aanvaardt de Bijbel als waar. Het zaligmakend geloof is gericht op Christus en op zijn gerechtigheid.
In zondag acht, waar we de aandacht voor vragen, gaat het over de drie-eenheid. De 12 artikelen van het algemeen ongetwijfeld een christelijk geloof gaan uit van de leer van de drie-eenheid. De drie-eenheid is een van de allerbelangrijkste leerstukken in de Bijbel. Aan de drie-eenheid hangt het hele werk van de zaligheid.
We staan daarom stil bij de goddelijke drie-eenheid. We letten daarbij op een tweetal gedachten: eerst letten we op de inhoud van de drie-eenheid en daarna letten we op de openbaring van de drie-eenheid. Laten we bedenken dat we gedoopt zijn in de Naam de drie enige God.
In de achterliggende week werden we indringend bepaald bij de ernst van het leven. Mevrouw Veldman was zondag 1 oktober 2017 nog twee keer in de kerk. Een week later is ze overleden en inmiddels ook in Hoevelaken begraven. Een duidelijke roepstem in het midden van de gemeente. In verband hiermee willen we stilstaan bij de boodschap die ons in de Bijbel wordt aangereikt over leven en sterven en over de zonde en de genade.
We willen stilstaan bij de boodschap die we vinden in Romeinen 6 vers 23. We lezen daar het volgende:" Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere." (Rom. 6:23). Paulus wijst in dit hoofdstuk op de realiteit van het nieuwe leven. Door het werk van de heilige Geest worden zondaren vernieuwd en bekwaamd tot een nieuw leven. Het heilige leven is een gave van God. Het is echter ook een opgave voor Gods kinderen. De Bijbel roept ons op om heilig voor God te leven. Paulus zegt in vers 19 dat we onze leden, dat is ons leven, dienstbaar moeten stellen aan de gerechtigheid tot heiligmaking. Door de genade Gods worden de gelovigen geroepen om in heiligheid en in oprechtheid voor de Heere te leven. Het leven in de zonde is een verschrikkelijk leven. Het leven vanuit de genade is een heerlijk leven. Die tegenstelling komt in vers 23 nog een keer duidelijk aan de orde.
We lezen in vers 23 over de dood en het leven. We lezen over het loon op de zonde en de genadegave van God. De genade van God komt tot zondige mensen door Jezus Christus onze Heere. We staan deze morgen stil bij de boodschap van Gods gerechtigheid. We letten daarbij op drie gedachten:
1. De noodzaak van Gods gerechtigheid. We lezen over de bezoldiging van de zonde.
2. De gave van Gods gerechtigheid. We lezen over de genadegave van God.
3. De bron van Gods gerechtigheid. We lezen over: door Jezus Christus onze Heere.
(6 items) | 1 |