Van de predikant
Voor alle aankondigingen op deze pagina geldt uiteraard Deo Volente, zo God het wil.
Een hartelijke groet
wv
Vanmorgen las ik in het dagboek van ds. J.P. Paauwe een stukje over de prediking van Christus. Het dagboek heeft als titel: Overdenkingen voor iedere dag van het jaar. Paauwe benadruk vooral wet en Evangelie. In vrijwel alle preken van hen komt dit belangrijke onderscheid aan de orde. ter lezing bevolen.
wv
We gaan de komende weken stilstaan bij de gehoorzaamheid aan Gods geboden. Het dankbare leven bestaat uit drie onderdelen: bekering, gehoorzaamheid en gebed. We beginnen met de gehoorzaamheid. Dat is een belangrijk onderdeel van de ware dankbaarheid. Elf zondagen wordt er in de catechismus op ingegaan. De Heere is heilig en daarom moet Zijn gemeente ook heilig zijn. Het gaat tenslotte in alles om de eer van de Heere.
We letten op zondag 34. We horen eerst iets over de wet en daarna over het eerste gebod. Ook voor vandaag een belangrijk gebod. We moeten geen andere goden hebben. In de dienst gaan we er verder op in.
De afgelopen zondagmiddag hebben we stilgestaan bij de ware bekering. Bekering begint bij de wedergeboorte en zet zich voort in een levenslang proces van afsterven van de oude mens (de zonde) en de opstanding van de nieuwe mens (vreugde in God, door Christus). Hoe verder een mens komt op de weg des levens, hoe minder er van hemzelf overblijft en hoe meer Christus waarde krijgt. Dat is de blijvende les op de leerschool van genade.
In de morgendienst staan we stil bij het boek Numeri. We proberen lessen te trekken uit de geschiedenis die ons daar wordt vermeld. Numeri behoort tot Gods Woord en de Heilige Geest heeft dit boek gegeven om erdoor te onderwijzen. De eerste hoofdstukken van Numeri gaan over het legerkamp van het volk Israël. Het volk mocht niet naar eigen inzicht een kamp op bouwen. Ze moeten het doen volgens de aanwijzingen van de Heere. Laten we ook vandaag oppassen voor eigen inzichten. Die zijn levensgevaarlijk. De Heere bindt ons aan Zijn Woord. Daar vinden we hoe de gemeente Gods geleid en onderwezen moet worden. Laten we proberen de Schrift te lezen, te begrijpen en te verstaan. Dat laatste kan alleen door de werking van Gods Geest. Laten we vooral ijverig zijn in deze zaken.
In de eerste vier hoofdstukken van Numeri hebben we de opstelling in het legerkamp gezien. De tabernakel (de troon van God) staat in het midden. De stammen liggen er omheen. De stam van Levi ligt rond de tabernakel. In alles blijkt dat de Heere een heilig God is Die niet zomaar benaderd kan worden. Heiligheid is een wezenlijk kenmerk van God en van Zijn gemeente. Heiligheid betekent onder andere afgezonderd, gericht op God en Zijn eer, zonder zonde. Heiligheid betekent dat we een diepe afkeer hebben van de zonde en een grote liefde tot Gods eer en inzettingen. Heiligheid is het kenmerk van het ware christelijke leven. Het moet ook het kenmerk van de gemeente Gods zijn.
In de hoofdstukken 5 en 6 worden enkele verschillende zaken behandeld. Het gaat daar vooral om de gedachte hoe het volk heilig voor God zal leven. In hoofdstuk 5:1-4 lezen we eerst hoe alle onreinheid uit het legerkamp moet worden verwijderd. In de Bijbel met uitleg (BMU) kunnen we mooie en leerzame dingen daarover lezen. In de verzen 5-10 lezen we hoe er moet worden omgegaan met een aantal concrete zonden. We willen vanmorgen vooral naar dit gedeelte luisteren. En leren! We lezen daar het volgende.
"Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Spreek tot de kinderen Israëls: wanneer een man of een vrouw iets van enige menselijke zonden gedaan zullen hebben, overtreden hebbende door overtreding tegen den HEERE, zo is diezelve ziel schuldig. En zij zullen hun zonde, welke zij gedaan hebben, belijden; daarna zal hij zijn schuld weder uitkeren, naar de hoofdsom daarvan, en derzelver vijfde deel zal hij daarboven toedoen, en zal het dien geven, aan wien hij zich verschuldigd heeft. Maar zo die man geen losser zal hebben, om de schuld aan hem weder uit te keren, zal die schuld, welken den HEERE weder uitgekeerd wordt, des priesters zijn; behalve den ram der verzoening, met welken hij voor hem verzoening doen zal. Desgelijks zal alle heffing van alle geheiligde dingen der kinderen Israëls, welke zij tot den priester brengen, zijne zijn. En een ieders geheiligde dingen zullen zijne zijn; wat iemand den priester zal gegeven hebben, zal zijne zijn." (Num. 5:5-10).
Het gaat in dit gedeelte, wat in nauwe samenhang met Lev. 6:1-7 moet worden gelezen, over ‘enige menselijke zonden’. Vanuit Lev. 6, waar het gaat over dezelfde zaak, weten we dat het vooral over vormen van diefstal gaat. Zonde tegen het 8e gebod, dus. Hoe moet daar mee worden omgegaan? De Heere geeft daarvoor duidelijke regels.
We staan dus vanmorgen stil bij ‘enige menselijke zonden’. We letten op drie punten.
a. de realiteit van enige menselijke zonden.
b. de wegneming van enige menselijke zonden.
c. de plicht en enige menselijke zonden.
Zie we goed dan moet eerst duidelijk worden wat die menselijke zonden zijn. De Heere maakt in de Bijbel de zonde concreet en wijst ook de ernst ervan aan. Wie deze dingen doet is schuldig. En schuldige mensen verdienen straf. De doodstraf. In de tweede plaats wordt gewezen op de wegneming. Er is een weg waarlangs zonden vergeven en weggenomen kunnen worden. Drie dingen worden uit de tekst duidelijk. De zonden moeten beleden worden. Er moet herstel plaatsvinden van hetgeen verkeerd is gegaan, met een extra genoegdoening van 20%. En tenslotte moet er een ram als offer worden gebracht ter verzoening. Zonde raakt de verhouding met onze naaste en met God. Zijn eer is geschonden en die moet door een offer weer worden hersteld. Tenslotte zien we dat de dienst des Heeren moet worden onderhouden. Het is een dure plicht van het volk om goed voor de priesters en de levieten te zorgen. Vanuit het Nieuwe Testament is er veel onderwijs in deze tekst te vinden. Zacheüs (Luk. 19:1-10) is een mooi voorbeeld over hoe dit gestalte krijgt. Geve de Heere dat we zo ook God Woord mogen verstaan. Door Zijn Geest.
Vragen
1. hoe kunnen we hoofdstuk 5 en 6 indelen (zie BMU)? Hoe luidt het slot van dit gedeelte?
2. waarom moet alles geordend zijn in het leger van Israël?
3. waarom moest er een ram geofferd worden na beleden zonden?
4. wat heeft Lukas 19:1-10 met Num. 5:5-10 te maken?
5. welke zonden worden concreet in Lev. 6:1-7 genoemd?
6. waarom moeten we zo oppassen voor de zonde?
In deze dienst staan we stil bij zondag 33 van de catechismus. De middagdienst is in onze gemeente meestal een leerdienst. We staan dan stil bij de leer van onze kerk. We doen dit aan de hand van de catechismus. Het is belangrijk dat we de leer van de Bijbel goed kennen.
Zondag 33 gaat over de bekering. De ware bekering heeft een begin en een voortdurende voortgang. Het begin van de bekering noemen we ook wel de wedergeboorte. De voortdurende voortgang de dagelijkse bekering. Gods kinderen hebben steeds weer bekering nodig. We dwalen immers voortdurend af. Bekering is terugkeren naar Gods wegen en Gods Woord.
De dagelijkse bekering bestaat in twee delen: de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Bij deze zaken gaat het om een droefheid over de zonde, het verlaten van de zonde, een hartelijke vreugde in God door Christus en het doen van goede werken. Met deze dingen hebben we onze handen meer dan vol. Zelfs de allerheiligste heeft maar een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid.
Vragen.
a. wat is de wedergeboorte?
b. wat is de dagelijkse bekering?
c. wat is de ware droefheid naar God?
d. hoe krijgt de vreugde in God, door Christus gestalte?
e. lezen we in de Bijbel ook over goede werken?
We staan in de diensten stil bij enkele hoofdstukken uit het boek Numeri. Dit boek gaat over het volk Israël in de woestijn Sinaï. Het volk Israël is het beeld voor de kerk vandaag de dag. Er valt dus veel uit die geschiedenissen te leren. In de Bijbel met uitleg staan ook mooie toelichtingen en overzichten. Die kunnen behulpzaam zijn bij het begrijpen van de tekst. Het gaat tenslotte om gebeurtenissen die 1440 voor Christus hebben plaatsgevonden. We zijn dus nog voor de komst van Christus op de aarde. Vandaar dat er wordt gesproken over offers en andere zaken. Die wezen heen naar Christus. De gelovige Israëlieten zagen daarin een boodschap dat de Messias eenmaal komen zou. Stap voor stap heeft de Heere de komst van Zijn Zoon naar de aarde voorbereid en gerealiseerd.
Vorige keer hebben we gezien de het volk zich rond de tabernakel moest legeren. De eerste 5 hoofdstukken van Numeri gaan over de legering van het volk. De Heere wil dat Zijn volk ordelijk, rond de tabernakel, ligt. Bij het optrekken zullen eerst de groepen onder leiding van Juda en Ruben en daarna de tabernakel en tenslotte de groepen onder leiding van Efraïm en Dan optrekken. De tabernakel is de troon van God en rond de tabernakel lagen de levieten. In de hoofdstukken 3 en 4 lezen we over de levieten. In hoofdstuk 3 lezen we over de telling van de levieten en dat ze de plaats innemen van de eerstgeborenen in Israël. In hoofdstuk 4 lezen we over de plaats die de levieten moeten innemen rond de tabernakel. We willen in deze diens vooral ingaan op de plaats en de betekenis die de Heere aan de levieten geeft. Het blijkt dat ook daar weer de boodschap des heils in doorklinkt.
We willen vooral stilstaan bij hoofdstuk 3 vers 11-13. We lezen daar het volgende:
"En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: En Ik, zie, Ik heb de Levieten uit het midden van de kinderen Israëls genomen, in plaats van allen eerstgeborene, die de baarmoeder opent, uit de kinderen Israëls; en de Levieten zullen Mijne zijn. Want alle eerstgeborene is Mijn; van den dag, dat Ik alle eerstgeborenen in Egypteland sloeg, heb Ik Mij geheiligd alle eerstgeborenen in Israël, van de mensen tot de beesten; zij zullen Mijn zijn; Ik ben de HEERE!" (Num. 3:11-13)
Het thema van de preek is De dienst bij de tabernakel.
a. de Heere heeft de levieten genomen. Hier komen we bij een belangrijk bijbels beginsel dat de Heere uitkiest, verkiest. Reeds vanaf het eerste begin van de Bijbel wordt dit duidelijk.
b. de Heere heeft de levieten gesteld. Hier gaan we vooral in op de gedachte dat de levieten in plaats van de eerstgeborenen zijn genomen. De gedachte van plaatsvervanging en lossing komt hier naar voren. Een hele belangrijke gedachte in de Schrift.
c. de Heere heeft de levieten tot Zijn eigendom. We lezen tweemaal dat de Heere zegt: de Levieten zullen Mijne zijn. De Levieten zijn het eigendom van God. Dit is ook een belangrijke Bijbelse gedachte. Gods volk is het eigendom van Christus.
Vragen.
a. hoe vaak lezen we in hoofdstuk 3 en de HEERE sprak tot Mozes? Wat zou die herhaling betekenen?
b. hoorden Mozes en Aaron ook bij de Levieten? En waar moesten zij zich legeren?
c. Hoeveel eerstgeborenen waren er in Israël en hoeveel Levieten? Hoe moest het tekort worden aangevuld?
d. waarom is het bijzonder dat God de stam van Levi uitkiest?
e. Wie moest er ook gelost worden? (Luk 2:22-24).
WV
Deze middag zullen er weer kinderen worden gedoopt. We hopen daar in de dienst ook aandacht aan te geven. We gaan weer verder met het onderwijs uit Mattheus 12. Ik wil stilstaan bij de verzen 49-50. Daar lezen we:
"En Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen, zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders. Want zo wie den wil Mijns Vaders doet Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder." (Matth. 12:49-50)
De familie van de Heere, het gezin van Jozef en Maria, komen tot de Heere. Blijkens Mark. 3:21 denken de mensen dat Jezus ‘buiten Zijn zinnen’ is. Daarover willen de familieleden waarschijnlijk met Hem praten. De Heere wordt gezegd dat zijn familie buiten staat. Dat is de aardse familie van de Heere Jezus, Maria en mogelijk vier van haar zonen (zie Matt. 13:55). De Heere echter laat zijn roeping niet onderbreken door aardse bezigheden. Hij wijst op zijn geestelijke familie. Mijn moeder en mijn broeders zijn diegenen die de wil van Mijn Vader doen. We gaan dus stilstaan bij de geestelijke verwanten van Jezus. We letten daarbij op twee gedachten.
a. wie de geestelijke verwanten zijn. De Heere noemt zijn geestelijke familie ‘discipelen’.
B wat de geestelijk verwanten doen. De Heere wijst op het horen en doen van de wil van de Vader. Die gedachte komen we heel vaak tegen in de Bijbel. Vooral in het Evangelie van Mattheus vinden we het vaak.
Vragen.
a. waarom dopen we in onze kerk de kinderen?
b. wie zijn de aardse verwanten van de Heere Jezus en wat zijn hun namen?
c. wie zijn de geestelijke verwanten van de Heere Jezus. Kun je er een aantal noemen.
d. wat betekent het woord discipel?
e. waar vinden we dingen in de Bijbel over de wil van de Vader en het doen ervan?
Deze en de komende zondagen willen we stilstaan bij enkele gedeelte uit het Bijbelboek Numeri. In het Hebreeuws heet die boek ‘bemidbar’, wat zoveel als ‘in de woestijn’ betekent. Via de Septuaginta, die dit boek betitelde met ‘arithmoi’ (getallen), zijn we aan de naam Numeri gekomen. In de eerste hoofdstukken vinden we veel getallen, maar na hoofdstuk 5 gaat het echt alleen maar over de reis van de kinderen Israëls in de woestijn. Numeri is dus het boek over de reis door de woestijn naar het beloofde land. We kunnen het boek in drie delen indelen.
· Hoofdstuk 1-12 op weg naar het beloofde land.
· Hoofdstuk 13-25 de ontrouw van Israël en de trouw van de HEERE.
· Hoofdstuk 26-36 voor de tweede keer op weg naar het beloofde land en de aankomst in ‘de vlakke velden der Moabieten’ (36:13).
Op 14-10 wil ik stilstaan bij hoofdstuk 2 vooral vers 17. We lezen daar het volgende:
"Daarna zal de tent der samenkomst optrekken, met het leger der Levieten, in het midden van de legers; gelijk als zij zich legeren zullen, alzo zullen zij optrekken, een iegelijk aan zijn plaats, naar hun banieren." (Num. 2:17)
In deze hoofdstuk 1 tot en met 10:10 geeft de Heere de opdracht om zich gereed te maken voor vertrek naar het beloofde land. Ongeveer een jaar heeft het volk bij de Sinaï gelegen. Veel is daar gebeurd, maar de reis gaat naar Kanaän, het land wat God aan Abraham heeft beloofd. Trouwens we lezen in de Bijbel dat God een belovende en volbrengende God is. In Gen. 12: 1-3 lezen we dat de Heere aan Abram een groot nageslacht beloofd en een land beloofd. Het grote nageslacht is er inmiddels; naar het beloofde land is het volk op weg. Het verloste volk is op weg naar Kanaän. Vanuit de slavernij van Egypte mogen de Israëlieten Gods goede en genadig hand zien in de vervulling van Zijn beloften. God houdt getrouw Zijn Woord.
In hoofdstuk 1 lezen we over de telling van het volk. In hoofdstuk 2 zien we dat het volk rond de tabernakel is gelegerd. De tabernakel is de troon van God. De Heere is met zijn gunst en genade aanwezig bij het volk. In Egypte was het de gewoonte dat Farao in het midden van het leger optrok. We lezen hier dat de Heere in het midden van Zijn volk optrekt naar het beloofde land. In de tabernakel werden de offers gebracht, daar waren de priesters, daar werd het beloofde heil zichtbaar, daar was het heilige met de kandelaar, de tafel der toonbroden, het wierook offeraltaar, en het heilige der heiligen. Daarbinnen stond de ark met het verzoendeksel en twee cherubs (engelen) waartussen de Heere woonde (Psalm 99:1). Boven de tabernakel was een wolk, de sjechina (wonen), een teken van Gods heerlijkheid en dat de Heere bij Zijn volk wilde wonen. In het gaan naar het beloofde land was de tabernakel ‘in het midden van de legers’.
We gaan deze dienst stilstaan bij de Heere die woont in het midden van Zijn volk. We letten op de volgende gedachten.
a. hoe de Heere Zijn volk leidt.
b. hoe de Heere Zijn volk ordent.
c. hoe de Heere Zijn volk troost.
In de tocht naar het beloofde land is de tabernakel, een beeld van Christus, het middelpunt. In de weg der verzoening en gemeenschap gaat de Heere met Zijn volk naar het beloofde land. Ook vandaag kunnen we daarvan leren.
Vragen.
1. waarom is het boek Numeri ook voor ons van groot belang?
2. hoeveel mensen zijn er waarschijnlijk uit Egypte gegaan? Hoe vertalen we het woord ‘eleph’ (1000 of groep)?
3. waarom geeft de Heere uitvoerig opdrachten voor vertrek?
4. waarvan is de woestijn een beeld?
5 hoe lang bleef het volk precies bij de Sinaï, wat is daar allemaal gebeurd, hoeveel jaar hebben ze in woestijn getrokken en waarom?
Lezen
Wie iets wil lezen over Numeri kan terecht in de commentaren. Zelf heb ik ook gebruik gemaakt van een boek van ds. P. den Butter, Het Evangelie van Mozes, Christus in het boek Numeri, een uitgave van Den Hertog.
Dagboek van O. Winslow, Morgengedachten 5-10.
Dagelijks lees ik een stukje uit een dagboek. Op dit moment lees ik onder andere in het Dagboek van Philpot, Korenaren uit de volle oogst, en uit het dagboek van Winslow, Morgengedachten. Het valt me op dat beiden voortdurend op dezelfde zaak wijzen: de geloofsgemeenschap met Christus. Dat is de kern, het merg, de wortel van het oprechte christelijke leven. Vanmorgen las ik in het dagboek van Winslow een gedachte die ik zelf ook reeds lange tijd overdenk. Is het leven niet beslissend voor het sterven. Wie godzalig leeft die zal ook zalig sterven. Dit is de hoofdlijn van het Bijbelse onderwijs. Natuurlijk er is bij God altijd doen aan. Laten onze ouderen niet wanhopen, maar laten we toch ook onze levenstijd gebruiken om de Heere te zoeken. Tot aansporing geef ik daarom het stukje van Winslow weer.
(10 items) | 1 |